Ik weet niet of het door mijn nostalgische gemoedstoestand de laatste tijd komt, of de omgeving. Maar ik lijk meer terug in de tijd te gaan – en niet alleen hier – dan vooruit. Krimpen, groeien, je dingen herinneren of ze vergeten, het is als eb en vloed. Door de eeuwen heen heeft het water van land eilanden gemaakt, heeft de mens de eilanden samengevoegd en verbonden. De woeste zee overspoelde dorpen en nam ze mee de diepte in. Het opstuivende duinzand bedolf huizen en liet havens verzanden. De mens nam ruimte terug door hele hectares in te polderen en zette dijken, keringen en andere vormen van ingenieus waterbeheer in ter behoud van het landschap.
Het bijna onveranderde karakter van de open polders en akkerbouw lijkt in scherp contrast te staan met de vele minicampings en nieuwe vakantiehuisjes. Tegelijkertijd houden ze elkaar staande, vullen ze elkaar aan. De ene toerist komt hier voor zijn rust, de ander voor de vele activiteiten. De boeren vinden nieuwe manieren om met het veranderende landschap en de wensen van haar gebruikers om te gaan. In deze tijd met hernieuwde aandacht voor lokale identiteit, heeft de ondernemende bakker Spelt zout brood zelfs tot zijn handelsmerk verheven: hij voegt gezuiverd water uit de Oosterschelde toe aan de in de streek verbouwde granen.
Maar de tijd leert ook dat wat het ene moment innovatief behoud is, jaren later juist in strijd blijkt te zijn met de natuur of cultuur van een streek. Misschien is het niet het landschap dat moeite heeft met verandering, maar haar bewoners die daar even aan moeten wennen.
In het Stadhuismuseum in Zierikzee is echter veel bewijs dat men zich keer op keer voegt naar de grillen van haar omstandigheden. Waar in 200 AD dit land onbewoonbaar was, trokken in 700 AD de eerste mensen naar de eilanden. Onderhevig aan de stormen en overstromingen, legden ze in 1150 AD de eerste dijken aan. Honderden jaren later handelden ze in zout en weer later in meekrap toen hier veel vraag naar was. Met de toevoeging van Duiveland aan Schouwen werd in 1575 een nieuwe waterweg aangelegd om Zierikzee als havenstad te kunnen handhaven. De natuur wilde dit niet, spoelde haar slib de haven in, wat met een speciaal schip weer werd losgewoeld en met het tij terug naar zee genomen.
Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik wil vertellen vandaag. Maar een gedachte die bij me opkomt is dat er altijd verandering is waar we op inspringen, bij neerleggen, mee leren leven, vreselijk vinden of accepteren, slim inzetten, verder ontwikkelen. Dat is nu eenmaal wat we doen als ‘soort,’ als mensheid. Zo groeien of krimpen we, zo herinneren en vergeten we.