Dinsdag heb ik Marten Wiersma mogen verwelkomen in HUIS Duurzaam. Marten was lid van het college van gedeputeerde staten in Zeeland namens Groen Links tot maart 2011 en heeft inmiddels een eigen adviesbureau. Samen met Carola Helmendach van Project Bureau Zeeland praat ik met hem over de verduurzaming van bestaande woningen.

De afgelopen twee jaar heeft Marten zijn woning aangepakt en is daarmee ervaringsdeskundige op het gebied van energetisch verduurzamen. Zijn woning in ’s Heer-Hendrikskinderen is volledig nageïsoleerd en kieren zijn gedicht. De isolatie is aan de buitenzijde aangebracht en met een laag stucwerk afgewerkt. Er zijn PV panelen geïnstalleerd en een warmtepomp zorgt voor de verwarming van de woning. Met de genomen maatregelen  is de woning op de energielabel-ladder gestegen van C naar A++. Een substantiële verbetering. “Alles functioneert maar het totale systeem heeft nog geen volledig seizoen gewerkt. Daardoor  kan ik nog niets zeggen over de prestaties van de systemen. Maar het voelt veel comfortabeler en dat is al een hele vooruitgang.” Marten geeft aan tevreden te zijn over het uiteindelijke resultaat maar hij moet wel constateren dat er nog een wereld te winnen is in de communicatie tussen particuliere opdrachtgever en professionals uit de bouwwereld. Bouwers gaan soms aan de slag zonder echt goed naar de opdrachtgever te luisteren in de veronderstelling dat de  standaardoplossing voldoet. Bij dit soort opgaven is juist maatwerk geboden en voldoet de standaardoplossing niet. Als hij het nog eens over zou doen dan zou hij meerdere aannemers een energieconcept laten ontwikkelen en op basis daarvan een keuze maken.

De renovatie van zijn eigen woning was voor Marten een grote klus maar er ligt een nog veel grotere opgave te wachten. De renovatieopgave van de bestaande woningvoorraad is tweeledig. Enerzijds zijn er de woningbouwcorporaties die volgens exploitatietermijnen hun woningvoorraad op peil houden. In krimpgebieden lijkt volgens Marten de oplossing vrij eenvoudig. Als er geen vraag is naar bepaalde woningen, dan ontbreekt de economische waarde, is er geen geld voor renovatie en lijkt sloop de meest logische keuze. Aandachtspunt is hierbij echter wel dat de minst gangbare woningen het goedkoopst zijn en bewoond worden door huurders die de hogere energielasten het minst kunnen dragen.

Anderzijds is er de particuliere markt die te maken heeft met een groeiend verschil in energieverbruik met nieuwbouwwoningen. Een groot deel van deze groep heeft niet genoeg middelen of de kennis om een grootschalige renovatie van hun woning voor elkaar te krijgen. Een collectieve aanpak kan uitkomst bieden.

Daar ziet Marten een trend. De laatste tijd ontstaan er veel initiatieven op het gebied van samenwerking en dan vooral in de dorpen. Kleinschalige samenwerking zoals een boodschappendienst voor ouderen of een door vrijwilligers georganiseerde taxidienst maar ook grootschaliger projecten zoals bijvoorbeeld Duurzaam Diekendamme in de gemeente Borsele. De mate waarin dit soort initiatieven ontstaan is een belangrijke parameter voor de vitaliteit van een samenleving en juist in krimpgebieden is het behoud van die vitaliteit van het grootste belang.

“Het idee is om bewoners van een dorp of en wijk te verenigen in coöperaties die in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap aan de slag gaan met de aanpak van hun woning”. Een goed voorbeeld van een dergelijke collectieve aanpak is te vinden in de Rotterdamse Klushuizen (zie ook Krotofkansblog Ineke Hulshof, Oostburg) Door een kopersvereniging op te richten staan klussers als collectief sterker en kunnen werkzaamheden efficiënter en goedkoper worden uitgevoerd.

Ter ondersteuning van dit initiatief ziet Marten mogelijkheden om gebruik te maken van een aantal subsidiemogelijkheden vanuit Europa. Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op deze fondsen zijn; stimulering van het MKB, innovatief karakter, energiebesparing en internationale samenwerking. Aan de eerste drie voorwaarden kan binnen het thema van de Biobased economy eenvoudig worden voldaan en de recente ontwikkelingen op de Zeeuws-Vlaamse woningmarkt tonen aan dat die internationale uitwisseling al gaande is. Trokken voorheen vooral Nederlanders naar Vlaanderen; nu vestigen er zich, vanwege gunstige huizenprijzen, ook Vlamingen aan deze kant van de grens.

Het voorstel van Marten staat niet op zichzelf. De SEV is met het project Energiesprong een breed onderzoek gestart naar mogelijkheden om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Een van de deelprojecten ‘lokaal alle lichten op groen’ betreft de aanpak van het particulier woningbezit waarbij lokale adviesteams bewonersgroepen adviseren om tot een energieneutrale woning te komen.

Dankjewel Marten voor je uitleg en we nemen je voorstel graag mee in ons aanpakvoorstel.