Al in de 19e eeuw werden er tuindorpen of wijken ontworpen. Vaak voor arbeiders van grote fabrieken. Zo konden ze gezond wonen en leven. En uiteraard fysiek in zodanige staat blijven dat ze hard en langdurig konden werken. Industriele ontwikkeling  en de aanleg van tuindorpen gaan dus samen. Mooie voorbeelden zat. In Vlissingen voor scheepswerf De Schelde. Of in Delft voor de geroemde gistproducent. Maar ook in Zelzate, meteen over de grens. Daar heet die wijk poetisch Klein Rusland. Hij is in 1920 ontworpen door de bekende Vlaamse architect Huib Hoste en bestaat uit een aantal lage, kubistische woningblokken in steen, pleisterwerk of asbeton, met uiteraard tuintjes en een prettige openbaar gebied eromheen.  Naast de woningen was er ook een hotel voor vrijgezellen en een watertoren. De naam is ontleend aan de Russische directeur van een aluminiumfabriek ernaast en de Russische militair die opzichter werd van de bouw van het dorp. Erg populair is de wijk vandaag de dag niet meer. Het groen is ook niet meer zo uitbundig als het ooit was.  Maar passend is zo’n idyllische enclave in de sterk geïndustrialiseerde kanaalzone zeker. Een mooie bron van inspiratie voor de vernieuwing van nabuur Sas van Gent. Een tuinwijk nieuwe stijl. Met veel groen, meer dan ooit tevoren. Op de plaats van de huidige Witte Wijk en Europawijk net ten noorden daarvan. Een enorm transformatie proces, dat jaren in beslag gaat nemen, omdat er naast bezit van de corporatie, ook veel particulier bezit is. Bewoners moeten mee gaan doen. Mee gaan leven. En dat doen ze alleen als ze de voordelen zien. Die zijn dan ook groot. Al heeft het even tijd nodig voor iedereen dat zal inzien. Het aantal woning vermindert drastisch. En het type woningen niet minder. Er hoeven geen protserige kasteeltjes te komen in de plaats van de sobere jaren zestig blokjes. Liever niet zelfs. Ze mogen wel mooi  en goed ontworpen zijn. Losse villa’s, geschakelde woningen of zelfs verbouwde fermettes uit oude casco’s, die een voorbeeld nemen aan de welgevallige architectuur langs de Stationsstraat. Iedereen zijn of haar eigen weide of bloemenhof. Minder wegen, lange verbindingen met gebogen profiel: je dwaalt door een groen park, waar iedereen woont als in een sprookje. Zelfs de oude vloeivelden van de industrie zijn omgevormd tot vijvers en kleine meren, middenin dit Zeeuws Vlaamse arcadium.  Aansluitend bij het prachtige landschap rondom Westdorpe aan de overzijde van het kanaal en bij het natuurgebied rondom de Canisvlietse kreek. Een woonhof uit duizenden!  Laten we het – denkend aan de eeuwig zingende bossen daar – dit keer Groot Rusland noemen!