Waar zou je nu in Zeeuws Vlaanderen het liefst willen wonen, vraag ik me af naar aanleiding van de reactie op mijn blog over krotten en kansen. Of ik niet die drie pandjes in Lamswaarde zou willen kopen, slopen en er een nieuw landgoed voor in de plaats zou willen neerzetten? Nou hadden Roelf en ik toevallig al ingepland staan dat wij daar maandag de 16e juli samen met de makelaar gaan kijken. Niet direct met het idee om het te gaan kopen, maar wel om het verhaal van de makelaar te vernemen. Hoe de prijs van dergelijke,  in slechte staat verkerende pandjes, nu eigenlijk bepaald wordt en in welke orde van grootte dergelijke slechte woningen of leegstaande boerderijen nu voorkomen in Zeeuws Vlaanderen. En welke potentiële kopers zich aandienen daarvoor, in welke leeftijdscategorie en waar vandaan? €85.000, – voor een klein huis met schuur op 1000 m2 grond, is dat nog niet veel te duur als je er bijna alles aan moet gaan vervangen en nog zult willen uitbreiden ook? En hoe slecht zijn de pandjes als je goed gaat kijken? Kozijnen verrot, enkel glas, scheuren in de gevels, verzakte funderingen, verrotte onderslag balken, doorslaande halfsteens muren, ongeisoleerde daken? Misschien valt het allemaal reuze mee en zitten er nog leuke details in of mooie schouwen. Als je de advertentie over de pandjes in Lamswaarde leest, moet de plek aan de achterkant mooi zijn. We gaan het zien.

Vlak naast ons logeerhuis aan de Hoofstraat in Ter Hole staat een hoekhuis met uitbouw te koop bij diezelfde makelaar. Vraagprijs € 145.000 voor een woning van Woongoed Terneuzen, die er los van dit “krotofkans” avontuur blijkbaar al voor gekozen heeft het rijtje woningwetwoningen in de Hoofstraat uit te ponden zodra er één leeg komt. Het huis direct naast ons logeerhuis is al verkocht en de nieuwe eigenaar heeft er een behoorlijke klus aan om dit huis te moderniseren en een beetje aan te passen aan de huidige tijd. Zijn achter”tuin” staat vol met bouwmaterialen en ladders. Jammer dat de corporatie er niet voor heeft gekozen eerst de schil van het blok helemaal goed aan te pakken (zeker qua duurzaamheid) en bewoners te laten kiezen uit diverse uit- en aan- of opbouw varianten en hen daarbij in de gelegenheid te stellen het huis in maatschappelijk gebonden eigendom aan te kopen. Dan zou er ook een beetje variatie in het geheel komen en de huizen inpakken met doek is leuk maar te tijdelijk, maar een klamp ervoor van een goeie steen en vrolijk metselwerk, oh, wat zou dat al aardig zijn. Mooie serres aan de achterkant, waar ook warmte wordt opgeslagen en uitgebouwde keukens/bijkeukens, wat zou dat het wooncomfort verhogen en voorkomen dat bewoners wegtrekken uit deze huisjes, die naar wij schatten uit eind jaren vijftig, begin jaren 60 van de vorige eeuw dateren en boekhoudkundig hoogstwaarschijnlijk zijn afgeschreven. Er moet gewoon een redelijk bedrag gereserveerd zijn voor groot onderhoud/renovatie na al die jaren, dat kan niet anders, zo concluderen wij.

De uitvoering van de schuurtjes aan de achterzijde worden wij niet zo vrolijk van als we in de keuken staan te koken of zitten te ontbijten. Karen en ik hadden gedacht er een Trompe d’oeuil op te gaan schilderen van een schip op de Schelde, maar we besloten al snel dat we beter maar die schepen in het echt wilden zien. Alles is door de vorige bewoners bestraat aan de achterkant, dus zo bij elkaar een nogal stenig geheel en erg warm als de zon schijnt. Is ook niet echt aantrekkelijk voor een potentiële koper. Evenals de afscheiding tussen de erven. Binnen hangt er een combi ketel op de eerste etage op de overloop, maar de afvoerpijp is niet goed afgedicht in het dakvlak, dus de warmte loopt zo weer naar buiten. Op een plek daarnaast zitten nog oude afvoergaten in het dak die nooit goed zijn dichtgezet en hoor je vrolijk de duiven koeren boven je hoofd. Het zijn maar een paar punten van een lijst die we veel langer zouden kunnen maken. Interessant om te vernemen hoe de makelaar hier tegen aan kijkt. Is de prijs/kwaliteit verhouding hier niet wat uit balans geraakt? as weekend gaan wij toch eens nadenken over hoe je niet alleen de woningen maar ook de straat wat meer op de omgeving zou kunnen richten en dus een paar van die lage bejaarden huisjes zou moeten slopen. Dan wordt ineens de relatie met het omliggende polderland ook in dit stuk straat hersteld. Dan gaan de rolluiken misschien ook overdag weer omhoog in dit deel van de Hoofstraat.

Het gaat dus niet alleen om het anders kijken naar de woning, maar ook naar het op een andere manier kijken naar de directe woonomgeving. En naar het gebruik ervan. Wij stellen voor daar een keer samen met wat mensen van Woongoed rond te gaan lopen en anders te kijken. Dat doe je niet middels een blog door wat ideeën te ventileren. Dat ligt wat genuanceerder en zul je daarover ook met de desbetreffende bewoners in gesprek moeten gaan als woningcorporatie. Bewoners hebben vaak hele goeie ideeën over hoe het anders zou kunnen. Ook met simpele ingrepen en beperkte budgetten daartoe.

De eigenaar/bewoner aan de Zaaidijk boven Axel heeft zelf bepaald hoe hij wil wonen. Hij heeft niet geschroomd om al zijn renovatie/nieuwbouw ideeën op papier te zetten, met de bijbehorende tekeningen en berekeningen. De ene week ingediend bij de gemeente, de volgende week goedgekeurd. En dat nog wel op zo’n markante plek, in de bocht van de dijk. Van binnenuit is het huis vooral gericht op de polder naar Axel toe. Buiten, naast het huis en langs de dijk, heeft hij een platform gebouwd waarop hij lekker uitpuft na gedane arbeid en hij op een bankje geniet van de avondzon en van de mensen die langsrijden en die verwonderd kijken naar zijn creatie. Volgens hem waren wij een van de weinigen die stopten en aan hem vroegen of we mochten kijken en foto’s nemen. Vond hij zo leuk dat we spontaan door hem werden rondgeleid. Deze man kwam duidelijk uit de omgeving van Rotterdam, maar woont inmiddels een jaar of 12 naar volle tevredenheid in Zeeuws Vlaanderen. Met de ruimte en vrijheid om zich heen voelt hij zich duidelijk erg prettig.

De omgeving die ons tot op heden het meest aanspreekt is de kreek die loopt van Kuitaart tot aan Hengstdijk. Halverwege, aan de zuidoever, staat in het water een eenvoudig optrekje op palen. Met rondom een kleine warande. Als je daar zou mogen wonen, of tijdelijk bivakkeren, wat zou dat heerlijk zijn! Hoe eenvoudig het ook is, dat maakt niet uit naarmate de plek meer fantastisch is. Maar het was al in gebruik, want op één van onze ritten erlangs was iemand de buitenboel in de verf aan het zetten. Wat een geluksvogel om dat te mogen doen op deze markante plek!

Karen Kammer en Marjan van den Bos

foto’s van markante plekken: achter”tuin” van Hoofstraat 58 met schuurtje en plaveisel; dijkwoning boven Axel, met uitbouw en platform; optrekje op palen in de kreek tussen Kuitaart en Hengstdijk.