We bereiken Zeeuws-Vlaanderen door in Breda bus 19 te pakken. Via Antwerpen kom je door de achterdeur binnen. Achter de coulisse, zo voelt het; in de buurt van het busstation is Hulst bedeesd. Niets doet ons hier denken aan de stad die Hulst van binnen blijkt te zijn.

Nu eerst naar Terhole, de komende dagen ons thuis. De bus laat een kwartier op zich wachten. ‘Ik kon geen bus vinden, een heel gezeur weer’, aldus de chauffeur. Is dat een symptoom van krimp? Terhole is snel bereikt, maar de bus rijdt het dorp niet meer binnen. De wegen zijn versmalt, ook krimp? Een weghelft is opgeofferd ten faveure van nieuwe bomen.

Het traject Hulst – Terhole wordt kort na de busreis in tegenovergestelde richting herhaald. Nu per fiets. De route leidt ons langs en over dijken. Dijken met bomen op de flank. Ondertussen begint een flinke regenbui Zeeuws-Vlaanderen schoon te spoelen. De landbouw ligt aan onze voeten terwijl we schuilen. Wat wordt er verbouwd? Land?

Ons onderzoek vangt aan in Hulst, twintig minuten fietsen vanaf Terhole. Hulst is een goed bewaarde vestingstad met het elan van een hoofdplaats. Terrasjes produceren goed gestemd geluid. Er is verkeer, een drukke markt en beweging.

In de bibliotheek doen we research naar de historie van het gebied. Hoe hebben Terhole en haar omgeving zich de afgelopen eeuwen ontwikkeld? Waar zijn krimpgeluiden te vinden?

Robin Ferdinand Groot, Prosper de Roos