In de Zeeuws Vlaamse kanaalzone kan je eigenlijk niet om de industrie heen. Waar je ook bent, er is tegen de horizon altijd wel een installatie zichtbaar. Naast het landschap zijn ook de inwoners van Zeeuws Vlaanderen nauw met de fabrieken verbonden. Vraag maar rond: iedereen kent wel iemand die bij één van de fabrieken in de kanaalzone werkt.

Ook een onderzoek naar de regio kan aldus niet uitgevoerd worden zonder de industrie te betrekken. Daarom benaderde ik Gerard van Harten, CEO van Dow Benelux , met residentie in Terneuzen, voor een interview over de regio, de rol die de industrie speelt en wat toekomstige ontwikkelingen in het gebied zijn. De heer van Harten stemde toe en dus toog ik naar het hoofdkantoor van Dow aan de rand van het enorme fabrieksterrein. Hieronder een (ingekorte) weergave van het gesprek.

Dhr. Gerard van Harten ontvangt me in zijn kantoor met zicht op de toegang van het achterliggende terrein. Uit het raam zie ik tankwagens, busjes en auto’s aankomen en weer vertrekken. Daarachter tekenen de installaties van de fabrieken zich af. Het uitzicht toont Dow’s primaire (industriële) activiteit: er wordt hier geproduceerd

Dow Chemical is een chemisch bedrijf en produceert voornamelijk plastics. In de fabrieken op het Dow-terrein (er staan er 18 in totaal) worden verschillende soorten plastic gemaakt, die als grondstof dienen voor de productie van allerlei toepassingen in het dagelijks gebruik (zoals verpakkingsmateriaal, isolatiemateriaal, dashboards van auto’s enz.) Dow is de grootste industriële werkgever van Zeeland, er werken rond 1600 mensen in of bij de fabrieken in Terneuzen. In de kanaalzone kent iedereen wel iemand die bij Dow werkt.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Het belang van het bedrijf voor de lokale arbeidsmarkt en economie is uitzonderlijk. Als Dow zou besluiten een deel van haar medewerkers te ontslaan, zou dit direct in alle geledingen van de samenleving voelbaar worden. Er is de lokale gemeente aldus veel aan gelegen om Dow te ondersteunen in haar activiteit. Tegelijk beseft het bedrijf dat het alleen kan blijven groeien als het de lokale gemeenschap ondersteunt en de woonkwaliteit waarborgt. De rol van een fabriek (en zeker die van Dow in Terneuzen) is aldus een andere dan die van een gewoon bedrijf. Meer dan welk bedrijf in de regio dan ook heeft Dow een maatschappelijke rol.

Deze situatie, zo legt Gerard van Harten aan het begin van het gesprek uit, is Dow niet vreemd. Het bedrijf is van oorsprong Amerikaans en werd gesticht in Midland door grondlegger Herbert H. Dow. De fabriek groeide snel, tot zij op een bepaald moment zo groot werd dat de ontwikkeling van het bedrijf samenviel met die van de hele regio. Nadat deze belangrijke positie eenmaal was verworven, profiteerde Dow van de ontwikkelingskansen die de fabriek hierdoor kreeg. Tegelijk groeide het besef dat verdere ontwikkeling alleen plaats kon vinden als de lokale samenleving werd versterkt en mensen graag in het gebied werkten en woonden. Zodoende ontwikkelde Dow ook haar maatschappelijke rol. Hierbij werd zij nog steeds gedreven door groei en winst, maar wel voor en door mensen. Dow groeide verder en de regio werd welvarend, ‘een win-win situatie’ aldus van Harten.

Bij het vestigen van nieuwe fabrieken zocht Dow telkens naar plekken waar het een soortgelijke dominante positie kon verwerven. Zo stichtte het bedrijf in 1962 een vestiging in Terneuzen. Grote voordelen van de regio zijn de uitstekende mogelijkheden voor logistieke voorzieningen (Dow kon aan de Westerschelde zijn eigen aanlegsteiger voor zeeschepen aanleggen,) weinig concurrentie van andere fabrieken, volop ruimte en een groot aanwezig arbeidspotentieel. In Zeeuws Vlaanderen werkt men op dat moment nog voornamelijk in de akkerbouw. Met de komst van Dow (en andere fabrieken in het kiezog,) werd de omschakeling gemaakt van een grotendeels agrarische samenleving naar een industriële. Dow richtte hiervoor een speciale school op waar arbeiders worden omgeschoold van landarbeider naar process operator.

Ook in Terneuzen groeide Dow snel en verwierf het een positie als in Midland waardoor de fabriek ook hier invulling diende te geven aan haar maatschappelijke rol. Naast werkgelegenheid aan 1600 mensen verzorgt het bedrijf speciale recreatieve voorzieningen en activiteiten voor medewerkers. Daarnaast sponsort het bedrijf voorzieningen voor de gehele regio: het Schelde theater kreeg een grote bijdrage voor de stichtingskosten en scholen worden in hun activiteit ondersteund. Dow is daarnaast aanwezig in diverse overlegstructuren in de regio en lobbyt actief om gelieerde bedrijven naar de kanaalzone te krijgen. Daarnaast probeert het binnen de eigen (internationale) organisatie zo veel mogelijk diensten naar de Terneuzense vestiging te over te brengen. Kortom: ook in de kanaalzone werkt Dow in het streven naar groei, aan het welvaren van de gehele regio.

 

Krimp en de arbeidsmarkt voor Dow

Hoe kijkt van Harten tegen de tendensen aan die in het gebied spelen? Ten eerste is er de arbeidsmarkt, die vanwege demografische krimp, vergrijzing en verkeerde studiekeuze van de jeugd onder druk staat. De problemen doen zich niet voor in de functies voor hooggeschoolden, die werft Dow nationaal en in toenemende mate zelfs internationaal. Van Harten maakt zich meer druk om de functies op MBO niveau. Van de afnemende hoeveelheid MBO-scholieren kiezen er te weinig voor technische studies. Hierdoor is de aanwas van MBO-geschoolden zó klein dat Dow op grote schaal zijinstromers werft om na een omscholing bij Dow aan de slag te gaan. Daarnaast werft Dow steeds verder weg: in België, de rest van Zeeland en West-Brabant.

Een ander probleem is het onevenwichtige arbeidsaanbod in de regio. Chemici zijn minder geneigd om zich in de regio te vestigen omdat hun partners (niet bij voorbaat technici) geen geschikt werk kunnen vinden. Het verhuizen van overheidsdiensten uit Zeeuws Vlaanderen en Zeeland draagt hier niet aan bij. Dow probeert met het oprichten van het Business Process Services Center, (dat ondersteunende diensten verleent aan alle Dow-vestigen in Europa,) aan de diversiteit van de arbeidsmarkt bij te dragen.

 

Innoveren & samenwerking in de regio

Het is voor chemische bedrijven als Dow een spannende tijd. De grondstof waarmee traditioneel plastics worden gemaakt –olie- wordt schaarser. De druk op de oliemarkt wordt voornamelijk verzorgd door de steeds grotere energiebehoefte: van alle olie die wereldwijd wordt gebruikt, wordt slechts 10% gebruikt voor de procesindustrie, de rest wordt opgestookt. Desondanks leeft bij Dow het besef dat de olievoorziening eindig is. Ook plasticfabrikanten dienen naar alternatieve grondstoffen te zoeken.

Van Harten ziet een belangrijke rol voor de regio rond de kanaalzone weggelegd in de ontwikkeling van plastic uit nieuwe grondstoffen. In de kanaalzone zijn zowel innoverende bedrijven in de agrarische sector als in de procesindustrie actief. De lijntjes in de regio zijn kort, iedereen kent elkaar. Door samen te werken, zijn nieuwe productieprocessen te ontwikkelen die uiteindelijk wereldwijd kunnen worden geïmplementeerd. Voor winstgevende productie van bioplastics dient volgens Van Harten uiteindelijk toch op een grotere schaal dan de Zeeuws Vlaamse te worden geproduceerd. De regio moet het dus vooral hebben van het ‘opstartmoment’.

Ook andere samenwerkingen met partijen ziet Van Harten zitten. Het al bestaande project van WarmCO2, waarin de restwarmte en CO2 van Yara wordt gebruikt om de naastgelegen kassen te verwarmen, is een goed voorbeeld van een goede koppeling tussen industrie en de agrarische sector. Ook Dow produceert veel restwarmte, die momenteel nog niet wordt opgevangen. Een nieuw restwarmteproject kan dus snel worden opgestart…

Een project waar Dow reeds in participeert, is het afvalwaterproject: waterbedrijf Evides zuivert het afvalwater van de stad Terneuzen tot industriewater, dat eerst bij Dow wordt gebruikt in het productieproces en daarna nogmaals wordt gebruikt als koelwater.

 

Het lot van een grote speler.

Tijdens het gedeelte van het gesprek over samenwerking in de regio bemerkte ik dat de coöperativiteit van Dow met andere bedrijven in de regio niet oneindig is. Dow heeft niet alleen de lokale Terneuzense belangen te verdedigen, maar is onderdeel van een wereldwijd, eigen Dow-netwerk. De R&D faciliteiten van Dow Terneuzen worden bijvoorbeeld sneller gedeeld met andere R&D centra van Dow, dan met externe lokale partijen. Dit zit ontwikkelingen (waar naar rato mogelijk de hele kanaalzone van zou profiteren) in de weg. Ook in het profileren van de Zeeuws Vlaamse kanaalzone als geïntegreerde procesindustrieregio is Dow behoudend, liever zoekt het aansluiting bij grotere netwerken die heel Zuidwest Nederland beslaan.

De balancerende houding van Dow Terneuzen is –denk ik- illustratief voor een multinational met gespreide belangen over de wereld. Dow is misschien op sommige gebieden te groot om zich met alle lokale initiatieven in te laten. En daarnaast is er altijd de sturende invloed van Dow internationaal, het hoofdkantoor staat ten slotte nog steeds in Midland, USA…

 

De grootste opgave voor de kanaalzone

Aan het einde van het gesprek vroeg ik dhr. van Harten wat hij als directeur van Dow binnen de kanaalzone het liefste nader onderzocht zou willen zien. Het antwoord was verrassend: er hoeven op dit moment geen studies te worden verricht naar infrastructurele knelpunten of nieuw in te richten industriegebieden. Veel (infrastructurele) problemen die Dow al jarenlang opgelost wilde zien, zijn of worden inmiddels aangepakt. Het concern zit goed op de plek waar het zit en heeft vooralsnog voldoende ruimte om zich te ontwikkelen.

Wat daarentegen werkelijk onderzocht zou moeten worden, is hoe de woonkwaliteit van Zeeuws Vlaanderen ook in de toekomst op peil blijft zodat mensen hier met plezier willen wonen, werken en recreëren. Industriële productie blijft ten slotte werk van en voor mensen en na het werk in de fabriek dien je ook prettig ‘thuis’ te kunnen komen. Daar sluit ik mij graag bij aan.

 

————-

Pepijn Bakker is architect-onderzoeker en probeert tijdens zijn periode in het krot-of-kans huis  toekomstscenario’s op te stellen die het toekomstig welvaren van de regio rond het Kanaal van Gent naar Terneuzen zullen waarborgen. De basis van deze scenario’s is een grondige analyse van de landschapsstructuur en een beschrijving van de tendensen die in het gebied spelen. De eerste twee weken gebruikt Pepijn om zo veel mogelijk regionale experts te interviewen, in de laatste twee weken worden de toekomstscenario’s uitgewerkt.  Zie ook www.pepijnbakker.nl