Na een dag kennismaken, materiaal inkopen en plantbedden uitzetten, dachten wij gisteravond om 21.00 uur dat we nog even snel naar de supermarkt konden gaan om inkopen te doen voor ons eigen diner. Dit  bleek een iets te Randstedelijke instelling. De supermarkt was namelijk al dicht. We hebben direct koers gezet richting snackbar. We zitten hier letterlijk op de grens met België: perfect excuus om friet te eten! Na het uitbuiken op de bank zijn wij onder de wol gegaan. Vandaag (woensdag) was het Ploegdag en dat werd door het heerlijke voorjaarszonnetje gegarandeerd zweten.

Terwijl de ochtend dauw nog op de ramen stond, zijn we gewapend met schop, handschoenen en frisse zin het kavel opgetrokken om de restanten van de gesloopte woningen op te ruimen. Archeologie met schatten uit de 21e eeuw: schroevendraaiers, random readers en kerstboomverlichting. Onze aandacht werd afgeleid van dit precieze werkje, omdat vanuit de verte Pol jr. op kwam doemen met zijn imposante Ferrari-rode tractor. De plantbedden hadden we gisteren al uitgezet, dus er kon meteen zaken worden gedaan. De tractor werd opgesteld en de eerste strepen werden door de grond getrokken. Hierdoor kwamen nog meer archeologische schatten naar boven, meer dan we ooit hadden durven dromen. Bakstenen, aardewerk rioolbuizen en telefoonkabels toonden ons de verhalen van vervlogen tijden, terwijl Pol jr. keurig zijn baantjes reed.

De noeste arbeid op de kavels bleek een mooi werkje waar omwonende graag naar kwamen kijken. De Witte Wijkers zagen die zonnebloemen wel zitten. “Eindelijk weer wat gezelligheid in de buurt in plaats van deze honden uitlaatstrook”, vertelden zij ons al wijzend naar de braakliggende terreinen. Wij werden tussentijds nog aan onze mouw getrokken over hoe dat nou toch zat met die Vlaanderen Hal naast onze kavels: een enorm rood fabrieksgebouw dat al tijden leeg staat. Volgens deze buurtbewoner zou deze hal perfect zou kunnen functioneren als kartbaan. “De oliedichte vloer zit er al in en de ventilatie is ook goed op
orde”, aldus deze enthousiaste buurtbewoner. Maar hij was wat twijfelachtig in zijn betoog. Volgens hem gaan alle leuke dingen toch naar Terneuzen. “Vind je het gek dat mensen hier weg trekken”, stelde hij.

Nadat alle plantbedden vakkundig waren geploegd, begon het bbij ons langzaam te dagen dat dit waarschijnlijk slechts het begin was van een lange worsteling met het bewerken van de grond. Het ploegen leverde zo’n grote brokken Zeeuwse klei op dat daar onmogelijk op geplant kon worden. We moesten daar meteen een oplossing voor zoeken. Uiteindelijk zijn we bij een freesmachine uitgekomen die de klus wel zou klaren, geleend van een boer uit het authentieke gehucht ‘Nieuwe Molen’. Echter na anderhalf uur ploegen met onze nieuwe vriend over de woeste zee van kluiten gras en brokken klei brak ons het angstzweet uit. Hoe gaan we dat ooit voor elkaar krijgen? Slechts 20% van de plantbedden zijn klaar, de zon begint te zakken en onze spieren zijn verzuurd.

De positief ingestelde omwonenden en passanten doen ons weer geloven in onze missie. De kinderen van de basisscholen zijn er klaar voor, de buurtbewoners kijken uit naar de gele bloemenzee. Na verschillende telefoontjes, het bespreken van plan B, C en D, maken we morgen kennis met onze new-best-friend; de Cultivator met verkruimelaar!