KROT of KANS @ LOKO11 in Heerlen over BETON KRIMP

Op 13 oktober vond in Heerlen de zesde editie plaats van het Landelijke Overleg Kunst in Opdracht (LOKO11). Dit jaar stond het thema KRIMP centraal. Samen met Petra de Braal heb ik niet alleen het LOKO11 bijgewoond, maar hebben wij ook een sessie geleid over KRIMP. In deze sessie stond centraal wat de rol van de kunstenaar, ontwerper, stedenbouwer, architect en andere creatieveling is in tijden van krimp.

Na een introductie van Petra de Braal over het project KROT of KANS heb ik, ter inleiding van de sessie, het publiek eerst naar foto’s laten kijken van Oostburg en vroeg ik het publiek schriftelijk een reactie te geven op die foto’s. Hierbij waren wij benieuwd naar de reactie op de foto’s; hoe ervaren mensen, die Oostburg niet kennen, Oostburg? Welke associatie hebben zij met de foto’s van een plek die zij niet kennen of toch wel herkennen? Het beeld wat een stad en dorp geeft, bepaalt voor een deel hoe mensen een stad of een dorp beleven. Die beleving bepaalt ook mede de aantrekkingskracht van een stad of dorp.

In totaal waren er 18 deelnemers (8 mannen en 10 vrouwen, 17 Nederlanders en 1 Belg, met de beroepen kunstenaar, beleidsadviseur, bestuurder, projectontwikkelaar, adviseur, stedenbouwkundige, landschapsarchitect, directeur van een kunstinstelling en museumconsulent) in de leeftijdscategorie 31-72 jaar. Opvallend is dat de reacties uiteenlopend waren, wat misschien wel typerend kan zijn voor Oostburg.

Foto 1

De reacties op de eerste foto liepen erg uiteen van klein, rommelig, saai en troosteloos tot kansrijke plek, ruimte om te spelen, niet saai, mooi, achter de coulissen en bijzondere plek.

 

Foto 2

Bijna iedereen vond deze foto wel gezellig. Maar men vroeg zich wel af hoe het eruit zou zien met slecht weer of in de wintermaanden. Daarnaast werd het gekenmerkt als een sociale plek, maar wel een plek die je overal in Nederland zou kunnen tegenkomen.

Foto 3

De derde foto genomen vanuit HET HUIS leverde de meest verschillende reacties op. Een aantal mensen reageerden op het uiterlijk van de straat en de huizen met mooie straat, lelijke kozijnen, goeie baksteenkleur, karakteristiek, geen huis hetzelfde en mooie zadeldaken. Anderen associeerden er andere dingen bij zoals, Anton Pieck, vakantie aan zee in de jaren 70, arbeiderswijk, straat voor gezinnen met honden en kinderen, maar ook benauwd door sociale controle.

 

Foto 4

De vierde foto is opnieuw de markt van Oostburg, dat had een enkeling door. De reacties op deze foto waren somber en leverde ook veel vragen op. Wie woont hier? Trieste plek in Oostburg? Is dit het centrum? Heb je deze foto met slecht weer genomen? De sombere reacties gingen niet alleen om lelijk, 13 in dozijn, onuitgesproken ruimte, maar ook de volgende reactie: De nieuwe invulling met Vlaamse koopgoot!

 

Foto 5

De reacties op deze foto waren minder verdeeld als de vorigen. De meeste vonden het een uitgesproken ruimte met een prachtige lucht en horizon.

 

Foto 6

Deze foto leverde meer op dan alleen het benoemen van een volkstuin, namelijk Local Food, zelfvoorzienend, zelfredzaamheid, vrije plekken te midden van de zeer ingedeelde omgeving, eetbare stad, kwaliteit van de ruimte en ook exotisch hoeft niet van ver te komen.

 

Foto 7

Op de laatste foto werd voornamelijk kritiek gegeven. De bebouwing op de foto werd bestempeld als woningbouwwoningen, jaren 60 bebouwing, saai, lelijk, eentoning, vreselijk, doods en netjes. Daarnaast schreven een aantal mensen dat heel Nederland er zo uit ziet en dat de huizen waren uit hun jeugd. De meest opmerkelijke reactie was ‘ de mislukte droom’.

 

Aan de hand van mijn ontwerponderzoek in Oostburg had ik een vraag centraal staan in deze sessie over Concrete Krimp. Eerst las ik dit als Beton (Concrete) krimp, wat een spannende metafoor opleverde.

 Goed beton wordt ook beschreven als een mengsel waarin de korrelgroottes van verschillende soorten zand en grind, in de juiste hoeveelheden, elkaar zodanig aanvullen dat het mengsel uithardt tot een steenachtig en duurzaam materiaal. Betonkrimp is een volumevermindering van het beton na het storten. Door de volumeverandering ontstaan scheuren, vooral rond de niet meebewegende wapening. Via deze scheuren kunnen agressieve stoffen gemakkelijker de wapening bereiken, en zo bijvoorbeeld betonrot veroorzaken.

Ik vind dit wel een mooie metafoor voor Oostburg. Deze metafoor gaat op voor de fysieke structuur (de gebouwde omgeving), maar ook voor de sociale en economische structuur. Oostburg bestaat uit een mengsel met verschillende korrelgroottes (verschillende culturen, bebouwing, bedrijvigheid, etc), alleen niet uit de juiste hoeveelheden. Hierdoor is er een volumevermindering gekomen na het storten van diverse plannen (het betonmengsel). Door de volumeverandering zijn er scheuren ontstaan, vooral rond de niet meebewegende route (wapening) in Oostburg. Via deze scheuren ontstaan kleine scheuren die ook de aanliggende wijken treft en die nu bestempeld zijn als sloopgebieden (betonrot). Dit terwijl er in Oostburg de onderdelen voor goed beton wel aanwezig zijn, maar doordat de juiste hoeveelheden nog niet gevonden zijn voor het goede mengsel voor een duurzaam Oostburg scheurt het. Door de externe invloeden (agressieve stoffen) wordt de scheurvorming in Oostburg vergroot. Hiermee doel ik op ontwikkelingen als de aantrekkingskracht van Sluis, de ontwikkeling van de kust als toeristische badplaats, de bereikbaarheid van west Zeeuws-Vlaanderen, werkgelegenheid, etc.

Op zoek naar het juiste mengsel, het voorkomen van meer scheurvorming en cement om de scheuren te dichten hebben we een discussie gevoerd over wat de rol van een ontwerper is of moet zijn in een situatie zoals deze. Het is heel belangrijk in een ontwikkeling zoals krimp, maar eigenlijk bij elke ontwikkeling, welke houding je aanneemt als ontwerper en hoe je om gaat met andere disciplines (hieronder versta ik ook bewoners). Voor mij is het onmogelijk dat ontwerpers iets ontwerpen zonder dat ze samenwerken met de gebruikers. Daarnaast is het als ontwerper ook noodzakelijk dat je niet alleen in het hier en nu kijkt, maar verder kijkt naar de toekomst en welke relaties er zouden kunnen ontstaan. Dit kun je bereiken door juist met andere disciplines te werken. Het kost tijd, maar die tijd is het zeker waard. Hierbij is het wel belang dat je ook als ontwerper op zoek gaat naar de juiste verhouding voor het goede duurzame beton. Als je als ontwerper zorgt voor een mengsel wat niet gedragen kan worden gaat het scheuren. Om scheurvorming te voorkomen is het dus noodzakelijk om met  verschillende korrelgroottes samen te werken en op het juiste moment deze te mengen, te storten en laten uitharden tot een duurzaam geheel.

Tot slot wil ik een nieuwe discussie laten oplaaien, want krimp is een onderwerp waarover iedereen wel een mening en  een beleving  bij heeft. Toch maakt maar een beperkte groep mensen gebruik van inspraakmogelijkheden en een nog kleinere groep ontwikkelt zelf ideeën en plannen.

  • Kan zelforganisatie een rol spelen in krimp?
  • Kunnen Bottom up ontwikkelingen krimp veranderen?

 

Hierover zou ik graag met mensen willen praten, dus reacties zijn welkom!

 

Nog één mooie uitspraak van het LOKO11, die ik graag met jullie wil delen:

“Ok, we hebben te maken met Fysieke Krimp, maar dat hoeft toch niet te betekenen dat we ook emotioneel moeten krimpen?”