van Rotterdam naar Oostburg

In de tijd van snel publiek transport, lijken de 96 kilometers die er hemelsbreed tussen Rotterdam en Oostburg liggen geen afstand. Binnen drie uur zijn vrijwel alle grote Europese steden te bereiken. Tot mijn verbazing duurt de reis naar Oostburg langer (of 50 minuten korter) dan een reis van Rotterdam naar Rome (hemelsbreed 1270 km). De omstandigheid dat vier verschillende publieke transportmiddelen (tram, trein, veer en bus) gebruikt worden om het doel te bereiken, geeft mij het gevoel op een kleine wereldreis te zijn.

Het aankomen in Zeeland wordt niet alleen door mij als een belevenis beschouwd. In het boek ‘Mijn Zeeland’ citeert Kees Slager diverse scenario’s; van de rit over de rijksweg A58, waar de snelweg met een bocht uit de Brabantse bossen draait en stuit op het wijdse panorama van open weiden en reflecterend water in de verte. Of  de wilde verhalen van Frederik Nagtglas die met de veerboot van Gorinchem naar Middelburg voer:

‘Rustig sloeg de boot stampend en bonzend zich een weg door de baren, die machteloos tegen de scherpe boeg uiteenspatten, zodat de vlokken donzig schuim ver weg vlogen . De frisse bries, die de vlokkige kudden weiden deed op de Zeeuwse stromen, die onafzienbare waterplassen, is mij lang bijgebleven.’

Frederik Nagtglas (zomer 1845)