Menigeen is geneigd Oostburg te karakteriseren als een plek zonder een eigen identiteit, als het ware zielloos. Ik kan me dat wel voorstellen als je het zet naast de steden met bijvoorbeeld een historisch centrum of steden met iconische gebouwen. Dat is niet altijd zo geweest. Je wordt vanzelf nostalgisch als je de foto’s van Oostburg in vroeger tijden ziet. In de tijd voor de Tweede Wereldoorlog was Oostburg een prachtige stad. De oorlog heeft de stad definitief verminkt en veel leed aangedaan. Het lijkt wel of de buitenwereld dat niet hoeft te weten, want het is bijna alleen zichtbaar aan de architectuur van de wederopbouw. En je moet bijna architectuur of kunstgeschiedenis gestudeerd hebben om deze architectuur van de wederopbouw mooi te vinden. Ik zou bijna een Cruyffiaanse versie maken van ´je gaat het pas zien als je het doorhebt´. ´Je gaat het pas mooi vinden als je architectuur of kunstgeschiedenis gestudeerd hebt´. En aangezien het geen grote aantallen zijn die dat studeren, blijft de waardering voor deze architectuur wellicht ondergewaardeerd.
Blijft staan dat het huidige centrum nogal sfeerloos, karakterloos, versteend en kil is. De publieke ruimten zijn nauwelijks gezellig te noemen. Dat vind ik niet alleen, maar dat vindt ook een groot deel van de inwoners van Oostburg zelf. Een deel van deze inwoners heb ik een vragenlijst voorgelegd met tal van vragen over wat zij nou van Oostburg vinden. Ook heb ik hen een foto-opdracht meegegeven. Fotografeer wat u bijzonder vindt in Oostburg en wat u lelijk vindt. Het resultaat is een foto-album met prachtige plaatjes van Oostburg én een album met tal van lelijke plekken, veel steen en beton, leegstand, hier en daar verpaupering. Oostburgers hebben wel degelijk een aantal zaken waar zij trots op zijn. En dat zijn voor mij kernelementen van hun eigen identiteit, die dus bij nader inzien wel degelijk inhoud heeft. Daarover meer in een latere blog.
Nog even iets over de makers van lelijke publieke ruimten. Ik moet dan namelijk altijd denken aan een van de mentoren van het Project for Public Spaces (www.pps.org), William H. Whyte die daarover een aantal uitspraken deed, die klinken als een klok: ‘It’s hard to create a space that will not attract people, what is remarkable, is how often this has been accomplished’. En iedereen kent uit zijn eigen omgeving of herinnering wel plekken waar dat voor geldt. Ik denk dan altijd hoe is het toch mogelijk dat historische binnensteden toch bijna altijd per definitie sfeervol, gezellig en karakteristiek ogen. En dat is dan wel gemaakt door mensen die honderden jaren geleden leefden en veel minder technische mogelijkheden hadden. Of is de belangrijkste reden dan we toen geen auto’s hadden en de menselijke maat leidend was?
Overigens hoorde ik vandaag dat een stad als Oostburg, misschien wat minder karakter- en sfeervol dan andere dorpen, per week maar liefst 20.000 bezoekers trekt. Vooral door zijn voorzieningenniveau: winkels, ziekenhuis, zwembad, theater, gemeentehuis, bibliotheek. Dus misschien ‘a space that does not attract people, but certainly a place where people come’ !!!
1 comment
Marcel de Paauw zegt:
4 Okt, 2011
Eerst “zielloos”,
dan “karakterloos”,
wat is er echt “loos”?
ik verwacht dat nog
in een volgende blog!